JS Bach Matthew Passion - Dunedin Consort - Prelude (Netherlands)
In de jaren tachtig van de vorige eeuw was het de Amerikaanse musicoloog Joshua Rifkin die de wijze van uitvoeren van Johann Sebastian Bachs religieuze koorwerken ter discussie stelde. Zijn op wetenschappelijke basis gestoelde visie, dat Bach in zijn tijd die composities liet weerklinken in een vrijwel enkelvoudige bezetting, baarde binnen het wereldje van de oude muziek veel opzien. Aanvankelijk viel hem met name weerstand ten deel. Vooral de gevestigde elitie sprak zich uit tegen de door Rifkin geventileerde ideeën. Ik heb dat nooit echt begrepen, want zijn begeleidende 'bewijs', een op geluidsdragers vastgelegde 'enkelvoudige' bezetting van Bachs Hohe Messe, maakte wat mij betreft zijn geponeerde stellingen tot waarheid. Voor velen lag dit zoals gezegd anders. Stel je voor, al die magistrale koorwerken van de grote meester gereduceerd tot een slap aftrekseltje voor een bezetting van hooguit twee maal vier vocalisten.
Over het aantal zangers dat Bach inzette tijdens de kerkdiensten in Leipzig is inmiddels veel meer duidelijkheid verkregen. Zo schreef ook Rifkins Engelse collega Andrew Parrott een zeer interessante verhandeling over dit onderwerp in zijn boek The Essential Bach Choir. Komt er een uitvoering op de markt van bijvoorbeeld de Mattheuspassie van de Leipziger cantor in 'enkelvoudige' bezetting dan kan die op voorhand rekenen op meer dan mijn gewone belangstelling. Of ik aan zo'n productie vervolgens positieve aandacht besteed, is echter geen wet van Meden en Perzen. Zo kon ik bijvoorbeeld een paar jaar geleden niet bekoord raken door de afgeslankte versie van het werk dat Paul McCreesh en zijn Gabrieli Consort and Players presenteerden. Ook de uitvoeringen van Bachs werken door de ingekrompen Nederlandse Bachvereniging weten mij niet te raken.
Staat u mij toe terug te keren naar de actualiteit van 2008. Door het Engelse kwaliteitslabel Linn Records is Bachs Mattheuspassie in kleine bezetting uitgevoerd door de Dunedin Consort & Players uitgebracht. Het gaat om de versie die Bach op de Goede Vrijdag van 1742 liet weerklinken in de Thomaskirche te Leipzig. Als ik de vocalisten voor u op een rijtje zet en u zich bedenkt dat die zowel de solo- als koorpartijen voor hun rekening nemen, wordt het u meteen duidelijk vanuit welke optiek dirigent John Butt hier heeft gewerkt:
Koor 1: Susan Hamilton: sopraan - Clare Wilkinson: alt - Nicholas Mulroy: tenor (evangelist) - Matthew Brook: bas (Jezus).
Koor 2: Cecilia Osmond: sopraan - Annie Gill: alt - Malcolm Bennett: tenor Brian Bannatyne-Scott: bas
Laat er geen misverstand over bestaan. Bij het uitvoeren van een werk als Bachs Mattheuspassie is de bezetting voor mij geen doel op zich, laat staan een heilig middel. Het is de historiserende uitvoeringspraktijk waar ik voor val. Zo vind ik bijvoorbeeld ook de uitvoering van Bachs magistrale werk door het Bach Collegium Japan meer dan overtuigend. Daarover dus geen onduidelijkheid. Bij het beluisteren van de Mattheuspassie uitgevoerd door John Butt en de zijnen raakte ik voor de zoveelste keer diep in de ban van het meesterwerk. Maar er gebeurde meer, veel meer. Het pleidooi van Butt voor de kleinschalige uitvoeringswijze komt mij zo oprecht voor, dat wat mij betreft het 'wettig en overtuigend bewijs' nu definitief geleverd is dat Bach op deze wijze gewoon móét. Zó een Mattheuspassie uitvoeren, biedt een ongekende detaillering en doorzichtigheid. Zang- en speltechnisch weten de vocalisten en instrumentalisten van de Dunedin Consort & Players absoluut te overtuigen. Ruim een jaar geleden verscheen er een uitgave van de Messiah van George Frideric Handel op het label Linn Records. Ook daar schittert het in Schotland gevestigde ensemble onder leiding van John Butt als geen ander. Niet voor niets kende Prelude aan die uitgave in mei 2007 een Prelude Classical Award toe in de categorie Baroque: Oratorio.
Bredere aandacht kreeg die uitvoering pas in Nederland nadat het Engelse muziektijdschrift The Gramophone hem in het najaar van 2007 ook tot award-winnaar had verkozen. Ik ken mijn plaats in deze wereld, maar ik ben blij dat ik nu weer als eerste de loftrompet kan steken over een weergaloos mooie vertolking van misschien wel het grootste religieuze werk ooit gecomponeerd!
Ik kan me voorstellen dat er liefhebbers onder u zijn die zich afvragen of ze nu (al)weer een Mattheuspassie aan hun cd-collectie moeten toevoegen. Welnu, niets moet, maar mag ik het u wel ernstig in overweging geven?